Ga verder naar de inhoud

ARTIKEL: "Weg met het hokjesdenken, in Kessel-Lo komt een echt zorgzame buurt"

De Standaard - zaterdag, 16 maart 2024

De Standaard • Veerle Beel (beelden: Fred Debrock) • 16 maart 2024

Waarom wonen zorgbehoevende ouderen, mensen met een beperking en jongeren die hulp nodig hebben, in aparte voorzieningen ver van huis? In Kessel-Lo zien ze dat anders, daar komt een inclusieve woon- en zorgbuurt. “Onze ambitie is om overal in het land zulke buurten te creëren.”

Met zijn zessen zijn ze bezig in de kleine keuken van het vroegere schoolgebouwtje: groenten snijden voor de soep van woensdagmiddag. Er staan drie potten te pruttelen op het vuur, dat haast te klein is voor de ijver van deze ploeg vrijwilligers. De buurtbewoners vormen samen een ‘soepclub’. Iedereen uit de buurt mag gratis komen eten, wie wil steekt een paar euro’s in een pot. Goele (52) nam het initiatief en lanceerde een oproep via sociale media: “Ik droom ervan dat buurtbewoners weer meer met elkaar spreken, en elkaar helpen, bijvoorbeeld om een lamp te vervangen.Bovendien maak ik graag soep.”

Marcelle (66) is net gepensioneerd als begeleider in het ziekenvervoer, Johan (63) is al wat langer op rust bij de politie. Henri (80) komt om te wiezen na de maaltijd, maar helpt ondertussen mee. Ze leerden elkaar hier kennen. De berg groenten slinkt langzaam maar zeker. “Zie je deze bloemkool? Er staan enkele zwarte puntjes op, maar die kun je zo wegsnijden.”

De groenten worden gratis aangeleverd door de lokale Delhaize, elke week zijn het er meer. En elke week dagen er meer buurtbewoners op. “Vorige week was onze grote tafel al te klein. Sommigen hadden hun kinderen of kleinkinderen meegebracht. Dat was erg leuk”, zegt Marcelle.

Leeg blad

In het begin was er alleen maar een verlaten schooltje, met twee oude gebouwen en een tuin. De stad wilde het domein in erfpacht geven en schreef een wedstrijd uit. “Wij hebben die gewonnen”, glundert Jan Vanwezer, directeur van woonzorgcentrum De Wingerd in Leuven. “Ze hadden voor een commercieel vastgoedproject kunnen kiezen of voor een cohousing-initiatief, maar wij kwamen met een nieuw idee: een innovatief woonzorgproject, waarbij we alle hokjesdenken doorbreken. We doen dat niet vanuit één organisatie of sector, maar samen, en we vertrekken van een leeg blad.”

‘Samen’ staat in dit verhaal voor wzc De Wingerd-Woonzorgnet Dijleland, jeugdhulpvoorziening De Wissel en vzw Oostrem of een voorziening voor volwassenen met een handicap. De drie zorgorganisaties startten op 11 april een nieuwe coöperatieve op. Zorg Leuven en het Stadsmakersfonds leunen daar als partners bij aan. Alle vijf investeerden elk 300.000 euro.

De som van dat alles is een autonome organisatie met een eigen doelstelling, beklemtoont Vanwezer. Ze kreeg de naam ­Livez, wat staat voor ‘Leuvens initiatief voor eerlijke zorg’. De Boomgaard is hun eerste project, genoemd naar de vroegere school.

“Niet onze raden van bestuur, maar de buurt zit mee aan het stuur. Hun ideeën, energie en betrokkenheid zullen dit project mee tot leven wekken. Dat is al bezig: behalve de soepclub en de kaartclub, houden ze er ook verjaardags- en familiefeesten, en de mensen die hier yoga komen geven, hebben een nieuwe vloer gelegd. Bij de start dachten we dat we het gebruik van de lokalen moesten regelen, maar al snel hebben de bewoners dat zelf in handen genomen. Zelfs de wc’s zijn proper en ik weet niet eens wie ze schoonmaakt. Het is een goede basis om verder op te bouwen.”

Hospiscore

Vanwezer droomt het groots: “We willen er een warme woon- en zorgbuurt van maken, met een hoge hospiscore. Onze ambitie is om overal in het land zulke buurten te creëren, en waarom niet ook in het buitenland?”

Het woord hebben ze zelf bedacht: “Een hospiscore geeft weer in hoeverre een buurt ondersteuning of zorg kan absorberen. Buurten met een hoge hospiscore kunnen diverse en zware gezondheidsproblemen het hoofd bieden, waardoor bewoners niet naar een voorziening moeten. Die mensen kunnen in hun eigen buurt blijven. Niet in hun eigen huis misschien, maar wel in hun vertrouwde omgeving.”

De provincie Vlaams-Brabant gaf 75.000 euro om de hospiscore wetenschappelijk te ontwikkelen, de UCLL werkt aan een prototype.

Om alles te realiseren zal meer nodig zijn dan twee oude schoolgebouwtjes – ongeacht hoezeer de buurtbewoners die al hebben omarmd. De gebouwen zijn schoongemaakt, ingericht met tweedehandsmeubels. In de tuin staan speeltuigen die gezinnen uit de buurt aantrekken, op de tegelkoer is een verkeersparcours geschilderd voor kleine fietsjes, en er hangen slingers in de bomen.

Er staan zelfs palen met daarop naambordjes van alle honden die hier uitgelaten worden. Veel daarvan komt uit het creatieve brein van buurtbewoonster Lies Van Camp. Ze heeft een avontuurlijk leven achter de rug, met ups en downs, en is blij dat ze zich hier helemaal kan uitleven. “Ik hoorde dat ze mensen zochten om te helpen, en ik heb me aangeboden. Jan (Vanwezer, red.) heeft me meteen de sleutel gegeven. Ik doe dat samen met Rosa, een buurtbewoonster die mijn beste vriendin is geworden. We zorgen voor koffie als er bezoek komt. Daarna ruimen we op. Zelfs de minister is hier al geweest!”

Make-over

Toch krijgt het hele domein een volledige make-over. Nog dit jaar worden de schoolgebouwen afgebroken, om plaats te maken voor twee moderne woonblokken. Zowel ouderen met dementie als volwassenen met een beperking én jongeren in moeilijkheden – de doelgroepen van de drie initiatiefnemende voorzieningen – zullen daar kunnen wonen. Er blijft ook ruimte voor onvoorziene zorgvragen uit de buurt.

Wég dus met het hokjesdenken en de exclusie van mensen met een zorgnood naar aparte voorzieningen. Hoe goed die ook zijn – alle partners in dit verhaal hebben een uitstekende reputatie.

“Mensen uit de brede regio rond Leuven komen in De Wingerd wonen, soms komen ze van verder”, vertelt Vanwezer. “We bieden kleinschalige zorg, in huizen waar telkens acht mensen met dementie wonen. Die huizen staan samen op een berg aan de rand van de stad, omgeven door drie grote wegen en de snelweg. Je kunt van bij ons niet te voet naar een winkel, laat staan dat bewoners op leeftijd te voet de berg op raken. Zoveel jaar geleden was het een goed plan om daar een woonzorgcentrum neer te planten. Nu denk ik: die huizen hoeven niet allemaal samen te staan. Ze kunnen evengoed verspreid worden over diverse woonwijken.”

Bovendien is er de aanhoudende personeelscrisis in de drie zorgsectoren. “Wat is het alternatief? Dat we afdelingen sluiten bij gebrek aan personeel? Dan liever met iets heel nieuws beginnen. We geloven in gemengde woongelegenheden, waarin de zorg niet alles overneemt, maar waarin bewoners en buurtbewoners elkaar ook ondersteunen. Dat biedt hoop, vind je niet?”

Het architectenbureau Bild en Miss ­Miyagi heeft twee nieuwe huizenblokken ontworpen, waarin zowel zorgkamers, studio’s als appartementjes kunnen worden ingericht. Wat het precies wordt, zal afhangen van de vragen die in de buurt opwellen. “Alleen de buitenmuren zijn dragend, waardoor het mogelijk wordt om te schuiven met de wanden”, zegt architecte Kelly Hendriks. “Dat is handig omdat de noden van de buurt kunnen veranderen doorheen de tijd.”

Er is ook aan de buren zelf gedacht: aan een van de woonhuizen wordt een grote, ronde veranda toegevoegd, die een sociale functie krijgt zoals de huidige schoolgebouwen die nu hebben. Er is in een keuken voorzien. Een badkamer met alles erop en eraan krijgt een plek op de begane grond van het woonhuis dat aan de straatkant wordt gebouwd, zodat die toegankelijk is voor mensen in de buurt. “Er zijn zoveel oudere mensen die zich niet goed meer kunnen wassen, omdat ze thuis geen toegankelijke badkamer hebben. Het kan ook dienen voor buurtbewoners die een been breken en thuis tijdelijk de trap niet op raken. Zo wordt het een zorgcentrum van en voor de hele wijk.”

Het vergde veel overleg met ambtenaren en ministers om het ontwerp goedgekeurd te krijgen, omdat elke zorgsector vandaag zijn eigen regels heeft, zowel voor de oppervlakte en inrichting als voor de personeelsnorm. Het project paste binnen geen enkel kader. Daar wordt een mouw aan gepast, met een nieuw decreet voor innovatieve woonzorgprojecten. De Boomgaard is voorlopig het eerste en enige project.

De creatief uitgewerkte ideeën van Lies Van Camp gaan dus straks ook onder de sloophamer. “Ik geniet er nu nog van. We zullen wel zien wat het wordt. En misschien is er een rolletje voor me weggelegd in het nieuwe project. Dat hoop ik.”

Renée Vinck (78) is samen met haar man voor het eerst naar de soepmiddag gekomen. Ze heeft speelgoed mee dat op zolder stond: “Vroeger speelde onze kleinzoon daarmee.” Wat ze van het project vindt? “Ik ben er heel blij mee. Toen het buurthuis er nog was, kenden we onze buren. Maar dat is verdwenen.” Ik wijs naar de maquette van de geplande nieuwbouw en vertel haar wat de toekomstplannen zijn. “Oei”, zegt ze. “Mijn man en ik willen natuurlijk zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Naar een rusthuis zien we ons niet trekken. Dit wordt iets anders, zeg je? Ja, wie weet, misschien dan.”